Het sociale netwerk in de GGZ: meefietsen met een stok tussen de spaken
De weg van Lucas uit het Volkskrant magazine van 13 september heeft me diep geraakt. Professionals verschuilen zich achter hun vertrouwensband met de cliënt en willen geen informatie verstrekken aan familieleden die die zich ernstig zorgen maken.
Wij willen dat het sociale netwerk van cliënten participeert in de zorg. Omdat uit onderzoek over het betrekken van belangrijke anderen blijkt dat het beter is voor cliënten als zij ondersteuning krijgen van mensen die familie zijn, vrienden zijn of op een andere manier écht betrokken zijn. Maar in de GGZ nodigen we mensen uit mee te fietsen en tegelijkertijd steken we een stok tussen de spaken.
De omgeving van de cliënt mag wel zorgen, graag zelfs, maar op het moment dat de omgeving vraagt wat er nu eigenlijk aan de hand is, of vraagt hoe zij alle verontrustende gebeurtenissen moet begrijpen, als ze vraagt hoe te kunnen handelen, is er opeens de privacy van de cliënt, de vertrouwensband tussen behandelaar. Daardoor staat de omgeving in de kou.
Het dilemma van de privacy is op te lossen. Vaak wil de omgeving vooral waarschuwen, signaleren. Artsen en hulpverleners hoeven alleen maar de signalen die zij horen serieus te nemen en hier iets mee te doen! Het is gratis dienstverlening. Niet in alle gevallen wil de omgeving zelf weten wat er precies aan de hand is. De omgeving wil vooral dat er iemand met verstand van zaken inspringt, zijn best gaat doen en de dreiging vermindert.
Daarnaast is iets anders van belang. Ouders en andere geliefden van mensen met depressiviteit, psychoses en suïcidaliteit dienen op de hoogte te zijn van de écht risicovolle signalen, zodat zij zich niet zo machteloos hoeven voelen. Zij willen dreigende situaties kunnen inschatten. En zij verdienen het om steun te krijgen in hun zware zorgtaak.
Als een arts of hulpverlener geen privacy-gevoelige informatie wil geven, kan hij toch op zijn minst in gesprek over de zorgen van de omgeving en tips geven wat te doen met verontrustende signalen. Ook uit het verhaal van Frits en Anouk blijkt dat zij graag tot steun willen zijn maar niet weten hoe.
Cursussen of andere psycho-educatie voor mensen uit de omgeving van cliënten zou in dit geval heel behulpzaam zijn. Zo moeilijk moet dat toch niet zijn.
De omgeving, het sociale netwerk wordt steeds belangrijker, lezen we overal. Stel deze mensen dan ook in staat om te zorgen, verstandig te kunnen handelen, te kunnen signaleren en echt te kunnen participeren in de zorg. Zonder er zelf aan onderdoor te gaan. Zonder op enig moment achter te moeten blijven met schuldgevoelens en schaamte omdat je minder hebt kunnen voorkomen dan je wilde. Zoals het nu gaat, lijkt het erop dat het sociale netwerk belangrijk genoeg is om bezuinigingen op te vangen, goed genoeg is voor de dagelijkse zorg en bescherming, maar als het er op aan komt, wordt het netwerk buitengesloten. Dat is schande en daar moeten we een oplossing voor vinden.